Funderingsherstel: Gedeelde smart.....
Het komt vaak voor dat twee of meer personen gezamenlijk eigenaar zijn van een deel van een onroerende zaak. Denk hierbij aan een muur of fundering. Juridisch wordt dit een mandelige zaak genoemd.
Op grond van de wet dienen de mede-eigenaars bij te dragen aan de kosten voor onderhoud, reiniging en vernieuwing van de mandelige zaak. Hierbij kan verschil van inzicht ontstaan tussen de eigenaars. De een vindt onderhoud, reiniging of vernieuwing wel nodig en de ander niet. Maar wat nu te doen als eigenaar met plannen voor vernieuwing of herstel van de mandelige fundering?
Problemen ontstaan als een van de eigenaars de fundering laat herstellen en vervolgens pas achteraf een deel van de kosten op de andere eigenaar probeert te verhalen. Die eigenaar loopt het risico met de kosten te blijven zitten.
Alleen in gevallen dat het herstel dringend noodzakelijk is (bijvoorbeeld als er zonder herstel een reëel en acuut gevaar op schade ontstaat), kan een eigenaar volgens de rechter de kosten van herstelwerk verhalen. De rechter neemt niet snel aan dat herstel als hier bedoeld dringend noodzakelijk is. In alle andere gevallen moet u eerst in overleg te treden en het eens worden met de mede-eigenaar alvorens kosten te maken.
Maar wat als de mede-eigenaar weigert mee te werken? In dat geval kan de rechter worden verzocht een regeling te treffen over de uit te voeren werkzaamheden en verdeling van de kosten tussen de eigenaars.
Wellicht dat u het onrechtvaardig vindt dat de mede-eigenaar(s) kan profiteren van het herstel of vernieuwing zonder bij te dragen in de kosten. Juridisch kwalificeren we dat als een vordering vanwege ongerechtvaardigde verrijking. Maar ook hier zitten haken en ogen aan. Het enkele herstel hoeft namelijk geen verrijking met zich mee te brengen. En tegen iemands uitdrukkelijke zin overgaan tot herstel kan ertoe leiden dat er geen recht op vergoeding ontstaat.
Als eigenaar is het dus verstandig om eerst goed na te denken over de situatie die zich voordoet. Het aloude ‘bezint eer gij begint’.
Terug naar overzicht