Duidelijkheid over de veertiendagenbrief!

 

Als een huurder van woonruimte de huur niet op tijd betaalt, verplicht de Wet incassokosten u om deze huurder een schriftelijke aanmaning te sturen en de huurder de kans te geven om binnen veertien dagen alsnog te betalen. Pas als de huurder daarna nog steeds niet betaalt kun u buitengerechtelijke incassokosten in rekening brengen.

In de praktijk is veel onduidelijkheid ontstaan over de inhoud van de veertiendagenbrief en de betekenis van de in de wet gestelde termijn. Het gevolg was dat verhuurders in een procedure te vaak de incassokosten niet toegewezen kregen.

Op 25 november 2016 heeft de Hoge Raad een duidelijke uitspraak gedaan over deze kwestie.

Aanvang veertiendagentermijn

De veertiendagenbrief moet voldoen aan de vereisten die zijn genoemd in artikel 6:96 lid 6 BW. Op grond van dit artikel vangt de termijn van veertien dagen ‘de dag na aanmaning’ aan. De Hoge Raad heeft aangegeven dat de aanmaning pas haar werking heeft indien de schuldenaar deze heeft ontvangen. De veertiendagentermijn vangt dus pas aan op de dag na die waarop de brief door de schuldenaar is ontvangen.

Om die reden is de vermelding dat betaald moet worden ‘binnen veertien dagen na heden’ of ‘binnen veertien dagen na verzending van deze brief’ niet juist. Het is de schuldenaar dan namelijk niet duidelijk dat hem de volledige veertien dagen ter beschikking staan als hij de brief heeft ontvangen.  Als voorbeeld van een juiste formulering geeft de Hoge Raad de suggesties ‘veertien dagen vanaf de dag nadat deze brief bij u is bezorgd of ‘binnen vijftien dagen nadat deze brief bij u is bezorgd’. Uiteraard staat het de schuldeiser vrij om de schuldenaar een langere betaaltermijn te gunnen

Gevolgen onjuist vermelden veertiendagentermijn

Het onjuist vermelden van de veertiendagentermijn heeft tot gevolg dat de schuldenaar de buitengerechtelijke incassokosten niet is verschuldigd. Wil de schuldeiser alsnog recht hebben op betaling van de incassokosten, moet hij opnieuw een veertiendagenbrief verzenden die wel aan de vereisten voldoet. De Hoge Raad benadrukt dat het niet mogelijk is om een onjuist verzonden veertiendagenbrief te ‘repareren’ door de schuldenaar nog een extra betalingstermijn van bijvoorbeeld 10 dagen te geven

Gevolgen van een deelbetaling

De Hoge Raad heeft ook uitsluitsel gegeven over de hoogte van de incassokosten indien er sprake is van een deelbetaling. Indien de schuldenaar binnen de veertiendagentermijn slechts een deel van de vordering betaalt, moet de hoogte van de incassokosten bepaald worden op basis van de resterende hoofdsom. De uiteindelijk in rekening te brengen incassokosten zullen daardoor lager uit vallen dan het bedrag aan incassokosten dat is opgenomen in de veertiendagenbrief.

Bewijslast

Als de huurder dit betwist, moet u als verhuurder kunnen bewijzen dat de huurder de veertiendagenbrief heeft ontvangen en op welke dag. Een optie is om de veertiendagenbrief aangetekend te verzenden. Dit brengt echter hoge kosten en veel ongemak met zich mee. Bovendien bestaat er nog steeds de kans dat de aangetekende brief niet wordt opgehaald door de huurder.

De Hoge Raad heeft aangegeven dat er (in elk geval in verstekzaken) als uitgangspunt mag worden genomen dat de brief op de tweede dag na verzending is bezorgd. Hierbij worden een zondag, maandag of officiële feestdag niet meegeteld als tussenliggende dag of dag van bezorging. Wij raden u daarom aan om bij het vaststellen van de uiterste betaaldatum rekening te houden met dit uitgangspunt. Naast het verzenden van de brief per post, is het een optie om een e-mail met ontvangstbevestiging te verzenden aan de schuldenaar. Let hierbij wel op dat u de veertiendagenbrief niet opneemt in de e-mail, maar als pdf bijlage toevoegt.

Aan de hand van de uitspraak van de Hoge Raad hebben wij voor u een voorbeeldbrief opgesteld waarin de veertiendagentermijn op een juiste wijze wordt aangezegd. U kunt deze brief downloaden door hier te klikken.

Terug naar overzicht