Hoge Raad oordeelt: heffing bouwleges op basis van tarieventabel is toegestaan

Al eerder schreven wij een blog over de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 15 september 2015 waarin de rechter oordeelde dat er sprake was van een onredelijke heffing van bouwleges door de gemeente Rotterdam. De te betalen bouwleges worden door de gemeente Rotterdam berekend op basis van een tarieventabel die is gerelateerd aan de hoogte van de bouwsom. De rechter verklaarde deze tarieventabel onverbindend.  

Het gerechtshof was het met deze uitspraak eens en oordeelde dat er sprake was van een onredelijke en onwillekeurige belastingheffing. De Hoge Raad is echter op 30 juni 2017 tot een ander oordeel gekomen. 

De Hoge Raad stelt in haar uitspraak dat gemeenten binnen de grenzen van de wet vrij zijn om zelf te beslissen waarover en hoeveel belasting zij heffen, waarbij zij rekening mogen houden met hetgeen het beste past binnen die gemeente. Het staat de gemeenten dan ook vrij om de hoogte van de bouwleges afhankelijk te maken van de bouwsom, maar ook andere methoden voor het berekenen van de hoogte van de bouwleges zijn toegestaan. De methode die de gemeente Rotterdam hanteert is dan ook niet in strijd is met de wet of algemene rechtsbeginselen, zo oordeelt de Hoge Raad. Een onverbindendverklaring van de tarieventabel is daardoor niet op zijn plaats..  

Dit betekent dat de gemeente Rotterdam de tarieventabel bij het berekenen van de te betalen bouwleges mag blijven hanteren. De uitspraak laat zien dat de gemeenten een grote vrijheid toekomen bij het kiezen van methoden voor het heffen van belastingen.  

Klik hier voor de volledige uitspraak.  

Terug naar overzicht